Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor trouweloosheid in het Nederlands

trouweloosheid:

trouweloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trouweloosheid
    de felonie; het verraad; de trouweloosheid
  2. de trouweloosheid
    de ontrouw; perfidie; het niet-trouw-zijn; trouwbreuk; de trouweloosheid

Verwante woorden van "trouweloosheid":


trouweloosheid vorm van trouweloos:

trouweloos bijvoeglijk naamwoord

  1. trouweloos
    trouweloos; afvallig
  2. trouweloos
    verraderlijk; trouweloos

Verwante woorden van "trouweloos":