Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. uitlaat:
  2. uitlaten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uitlaat in het Nederlands

uitlaat:

uitlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitlaat
    de uitlaat; de knalpot
    • uitlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knalpot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de uitlaat
    de uitlaat; de uitlaatklep
  3. de uitlaat
    de uitlaat; de uitlaatpijp; de vlampijp
  4. de uitlaat
    – pijp waardoor verbrandingsgassen weg kunnen 1
    de uitlaat
    – pijp waardoor verbrandingsgassen weg kunnen 1
    • uitlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • er moet een nieuwe uitlaat onder de auto1

Verwante definities voor "uitlaat":

  1. pijp waardoor verbrandingsgassen weg kunnen1
    • er moet een nieuwe uitlaat onder de auto1

uitlaat vorm van uitlaten:

uitlaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitlaten
    de knalpotten; de uitlaten