Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uitspraak in het Nederlands

uitspraak:

uitspraak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de uitspraak
    de uitspraak; het uitspreken
  2. de uitspraak
    de uitspraak; oordeelvelling; het vonnis
  3. de uitspraak
    de uitspraak; de articulatie
  4. de uitspraak
    de mededeling; de boodschap; het bericht; de vermelding; de uitspraak; de opgave; gewag; de melding; de verwittiging; de tijding; de bekendmaking; het relaas
  5. de uitspraak
    de uitspraak; vonnisvelling
  6. de uitspraak
    – manier waarop je het zegt 1
    de uitspraak
    – manier waarop je het zegt 1
    • uitspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
      • bij de uitspraak van de o maak je je mond rond1
  7. de uitspraak
    – mening of oordeel 1
    de uitspraak
    – mening of oordeel 1
    • uitspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
      • daar durf ik geen uitspraak over te doen1

Verwante definities voor "uitspraak":

  1. manier waarop je het zegt1
    • bij de uitspraak van de o maak je je mond rond1
  2. mening of oordeel1
    • daar durf ik geen uitspraak over te doen1