Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Zoek: vóór

Nederlandse zoekresultaten voor: vóór

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

voor:
- voor; daarvoor; ervoor; voordat; alvorens; eer; aleer; alvoor
- voor; voordat

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vóór in het Nederlands

voor:

voor bijvoeglijk naamwoord

voor
voor; daarvoor; ervoor
- voor bijvoeglijk naamwoord
- daarvoor bijwoord
- ervoor bijwoord
voor
voor
- voor bijvoeglijk naamwoord
voor
voor; voordat; alvorens; eer; aleer; alvoor
- voor bijvoeglijk naamwoord
- voordat bijvoeglijk naamwoord
- alvorens bijvoeglijk naamwoord
- eer bijwoord
- aleer bijvoeglijk naamwoord
- alvoor bijvoeglijk naamwoord

voor [de ~] zelfstandig naamwoord

de voor

– aan de voorkant ervan ¹
de voor
– aan de voorkant ervan ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - de auto staat altijd voor het huis¹
de voor

– beter of verder dan anderen ¹
de voor
– beter of verder dan anderen ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik ben drie lessen voor¹
de voor

– in plaats van ¹
de voor
– in plaats van ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - dit is een kwartje voor de moeite¹
de voor

– waar je een voorstander van bent ¹
de voor
– waar je een voorstander van bent ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik ben voor Ajax¹
de voor

– welk doel het heeft ¹
de voor
– welk doel het heeft ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - dit is geld voor de trein¹
de voor

– wie het krijgt ¹
de voor
– wie het krijgt ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - dit boek is voor jou¹
de voor

– eerder dan ¹
de voor; voordat
– eerder dan ¹
- voor [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik was voor jou aan de beurt¹
- voordat
  - voordat het begon te regenen scheen de zon nog¹

Verwante woorden van "voor":

voorst, voorste

Alternatieve synoniemen voor "voor":

voordat

Antoniemen van "voor":

achter; nadat; anti; tegen; van

Verwante definities voor "voor":

aan de voorkant ervan¹
- de auto staat altijd voor het huis¹
beter of verder dan anderen¹
- ik ben drie lessen voor¹
in plaats van¹
- dit is een kwartje voor de moeite¹
waar je een voorstander van bent¹
- ik ben voor Ajax¹
welk doel het heeft¹
- dit is geld voor de trein¹
wie het krijgt¹
- dit boek is voor jou¹
eerder dan¹
- ik was voor jou aan de beurt¹

Verwante synoniemen voor vóór

¹Muiswerk Woordenboek