Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. verantwoorden:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor verantwoorden in het Nederlands

verantwoorden:

verantwoorden werkwoord (verantwoord, verantwoordt, verantwoordde, verantwoordden, verantwoord)

  1. verantwoorden
    verantwoorden
    • verantwoorden werkwoord (verantwoord, verantwoordt, verantwoordde, verantwoordden, verantwoord)

Conjugations for verantwoorden:

o.t.t.
  1. verantwoord
  2. verantwoordt
  3. verantwoordt
  4. verantwoorden
  5. verantwoorden
  6. verantwoorden
o.v.t.
  1. verantwoordde
  2. verantwoordde
  3. verantwoordde
  4. verantwoordden
  5. verantwoordden
  6. verantwoordden
v.t.t.
  1. heb verantwoord
  2. hebt verantwoord
  3. heeft verantwoord
  4. hebben verantwoord
  5. hebben verantwoord
  6. hebben verantwoord
v.v.t.
  1. had verantwoord
  2. had verantwoord
  3. had verantwoord
  4. hadden verantwoord
  5. hadden verantwoord
  6. hadden verantwoord
o.t.t.t.
  1. zal verantwoorden
  2. zult verantwoorden
  3. zal verantwoorden
  4. zullen verantwoorden
  5. zullen verantwoorden
  6. zullen verantwoorden
o.v.t.t.
  1. zou verantwoorden
  2. zou verantwoorden
  3. zou verantwoorden
  4. zouden verantwoorden
  5. zouden verantwoorden
  6. zouden verantwoorden
diversen
  1. verantwoord!
  2. verantwoordt!
  3. verantwoord
  4. verantwoordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze