Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vergoelijken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vergoelijken in het Nederlands

vergoelijken:

vergoelijken werkwoord (vergoelijk, vergoelijkt, vergoelijkte, vergoelijkten, vergoelijkt)

  1. vergoelijken
    bagatelliseren; vergoelijken
    • bagatelliseren werkwoord (bagatelliseer, bagatelliseert, bagatelliseerde, bagatelliseerden, gebagetelliseerd)
    • vergoelijken werkwoord (vergoelijk, vergoelijkt, vergoelijkte, vergoelijkten, vergoelijkt)
  2. vergoelijken
    vergoelijken
    • vergoelijken werkwoord (vergoelijk, vergoelijkt, vergoelijkte, vergoelijkten, vergoelijkt)

Conjugations for vergoelijken:

o.t.t.
  1. vergoelijk
  2. vergoelijkt
  3. vergoelijkt
  4. vergoelijken
  5. vergoelijken
  6. vergoelijken
o.v.t.
  1. vergoelijkte
  2. vergoelijkte
  3. vergoelijkte
  4. vergoelijkten
  5. vergoelijkten
  6. vergoelijkten
v.t.t.
  1. heb vergoelijkt
  2. hebt vergoelijkt
  3. heeft vergoelijkt
  4. hebben vergoelijkt
  5. hebben vergoelijkt
  6. hebben vergoelijkt
v.v.t.
  1. had vergoelijkt
  2. had vergoelijkt
  3. had vergoelijkt
  4. hadden vergoelijkt
  5. hadden vergoelijkt
  6. hadden vergoelijkt
o.t.t.t.
  1. zal vergoelijken
  2. zult vergoelijken
  3. zal vergoelijken
  4. zullen vergoelijken
  5. zullen vergoelijken
  6. zullen vergoelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergoelijken
  2. zou vergoelijken
  3. zou vergoelijken
  4. zouden vergoelijken
  5. zouden vergoelijken
  6. zouden vergoelijken
diversen
  1. vergoelijk!
  2. vergoelijkt!
  3. vergoelijkt
  4. vergoelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze