Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. verwend:
  2. verwennen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor verwend in het Nederlands

verwend:

verwend bijvoeglijk naamwoord

  1. verwend
    verwend

Verwante woorden van "verwend":

  • verwendheid, verwender, verwendere

verwennen:

verwennen werkwoord (verwen, verwent, verwende, verwenden, verwend)

  1. verwennen
    verwennen; vertroetelen
    • verwennen werkwoord (verwen, verwent, verwende, verwenden, verwend)
    • vertroetelen werkwoord (vertroetel, vertroetelt, vertroetelde, vertroetelden, vertroeteld)

Conjugations for verwennen:

o.t.t.
  1. verwen
  2. verwent
  3. verwent
  4. verwennen
  5. verwennen
  6. verwennen
o.v.t.
  1. verwende
  2. verwende
  3. verwende
  4. verwenden
  5. verwenden
  6. verwenden
v.t.t.
  1. heb verwend
  2. hebt verwend
  3. heeft verwend
  4. hebben verwend
  5. hebben verwend
  6. hebben verwend
v.v.t.
  1. had verwend
  2. had verwend
  3. had verwend
  4. hadden verwend
  5. hadden verwend
  6. hadden verwend
o.t.t.t.
  1. zal verwennen
  2. zult verwennen
  3. zal verwennen
  4. zullen verwennen
  5. zullen verwennen
  6. zullen verwennen
o.v.t.t.
  1. zou verwennen
  2. zou verwennen
  3. zou verwennen
  4. zouden verwennen
  5. zouden verwennen
  6. zouden verwennen
diversen
  1. verwen!
  2. verwent!
  3. verwend
  4. verwennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor verwend