Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. verwilderd:
  2. verwilderen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor verwilderd in het Nederlands

verwilderd:

verwilderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verwilderd
    verwaarloosd; onverzorgd; verwilderd
  2. verwilderd
    verwilderd; bandeloos

verwilderen:

verwilderen werkwoord (verwilder, verwildert, verwilderde, verwilderden, verwilderd)

  1. verwilderen
    verwilderen
    • verwilderen werkwoord (verwilder, verwildert, verwilderde, verwilderden, verwilderd)

Conjugations for verwilderen:

o.t.t.
  1. verwilder
  2. verwildert
  3. verwildert
  4. verwilderen
  5. verwilderen
  6. verwilderen
o.v.t.
  1. verwilderde
  2. verwilderde
  3. verwilderde
  4. verwilderden
  5. verwilderden
  6. verwilderden
v.t.t.
  1. ben verwilderd
  2. bent verwilderd
  3. is verwilderd
  4. zijn verwilderd
  5. zijn verwilderd
  6. zijn verwilderd
v.v.t.
  1. was verwilderd
  2. was verwilderd
  3. was verwilderd
  4. waren verwilderd
  5. waren verwilderd
  6. waren verwilderd
o.t.t.t.
  1. zal verwilderen
  2. zult verwilderen
  3. zal verwilderen
  4. zullen verwilderen
  5. zullen verwilderen
  6. zullen verwilderen
o.v.t.t.
  1. zou verwilderen
  2. zou verwilderen
  3. zou verwilderen
  4. zouden verwilderen
  5. zouden verwilderen
  6. zouden verwilderen
diversen
  1. verwilder!
  2. verwildert!
  3. verwilderd
  4. verwilderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze