Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vierkant in het Nederlands

vierkant:

vierkant bijvoeglijk naamwoord

  1. vierkant
    helemaal; volstrekt; hartstikke; faliekant; vierkant; finaal

vierkant [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vierkant
    gelijkzijdige vierhoek; het vierkant

vierkant [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vierkant
    – figuur met vier even lange zijden 1
    het vierkant
    – figuur met vier even lange zijden 1
    • vierkant [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij tekende een vierkant1
  2. het vierkant
    – met vier even lange zijden 1
    het vierkant
    – met vier even lange zijden 1
    • vierkant [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het blad van deze tafel is vierkant1
  3. het vierkant
    – om aan te geven dat je lengte en breedte hebt vermenigvuldigd 1
    het vierkant
    – om aan te geven dat je lengte en breedte hebt vermenigvuldigd 1
    • vierkant [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de tuin is twintig vierkante meter1

Verwante woorden van "vierkant":


Verwante definities voor "vierkant":

  1. figuur met vier even lange zijden1
    • hij tekende een vierkant1
  2. met vier even lange zijden1
    • het blad van deze tafel is vierkant1
  3. om aan te geven dat je lengte en breedte hebt vermenigvuldigd1
    • de tuin is twintig vierkante meter1

Verwante synoniemen voor vierkant