Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vlok:
  2. vlokken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vlok in het Nederlands

vlok:

vlok [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlok
    de vlok; het dotje
    • vlok [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dotje [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "vlok":


vlok vorm van vlokken:

vlokken werkwoord (vlok, vlokt, vlokte, vlokten, gevlokt)

  1. vlokken
    pluizen; vlokken
    • pluizen werkwoord (pluis, pluist, pluisde, pluisden, gepluisd)
    • vlokken werkwoord (vlok, vlokt, vlokte, vlokten, gevlokt)

Conjugations for vlokken:

o.t.t.
  1. vlok
  2. vlokt
  3. vlokt
  4. vlokken
  5. vlokken
  6. vlokken
o.v.t.
  1. vlokte
  2. vlokte
  3. vlokte
  4. vlokten
  5. vlokten
  6. vlokten
v.t.t.
  1. heb gevlokt
  2. hebt gevlokt
  3. heeft gevlokt
  4. hebben gevlokt
  5. hebben gevlokt
  6. hebben gevlokt
v.v.t.
  1. had gevlokt
  2. had gevlokt
  3. had gevlokt
  4. hadden gevlokt
  5. hadden gevlokt
  6. hadden gevlokt
o.t.t.t.
  1. zal vlokken
  2. zult vlokken
  3. zal vlokken
  4. zullen vlokken
  5. zullen vlokken
  6. zullen vlokken
o.v.t.t.
  1. zou vlokken
  2. zou vlokken
  3. zou vlokken
  4. zouden vlokken
  5. zouden vlokken
  6. zouden vlokken
diversen
  1. vlok!
  2. vlokt!
  3. gevlokt
  4. vlokken
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "vlokken":