Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. voorbestemmen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor voorbestemmen in het Nederlands

voorbestemmen:

voorbestemmen werkwoord (bestem voor, bestemt voor, bestemde voor, bestemden voor, voorbestemd)

  1. voorbestemmen
    voorbestemmen; voorbeschikken
    • voorbestemmen werkwoord (bestem voor, bestemt voor, bestemde voor, bestemden voor, voorbestemd)
    • voorbeschikken werkwoord (beschik voor, beschikt voor, beschikte voor, beschikten voor, voorbeschikt)

Conjugations for voorbestemmen:

o.t.t.
  1. bestem voor
  2. bestemt voor
  3. bestemt voor
  4. bestemmen voor
  5. bestemmen voor
  6. bestemmen voor
o.v.t.
  1. bestemde voor
  2. bestemde voor
  3. bestemde voor
  4. bestemden voor
  5. bestemden voor
  6. bestemden voor
v.t.t.
  1. heb voorbestemd
  2. hebt voorbestemd
  3. heeft voorbestemd
  4. hebben voorbestemd
  5. hebben voorbestemd
  6. hebben voorbestemd
v.v.t.
  1. had voorbestemd
  2. had voorbestemd
  3. had voorbestemd
  4. hadden voorbestemd
  5. hadden voorbestemd
  6. hadden voorbestemd
o.t.t.t.
  1. zal voorbestemmen
  2. zult voorbestemmen
  3. zal voorbestemmen
  4. zullen voorbestemmen
  5. zullen voorbestemmen
  6. zullen voorbestemmen
o.v.t.t.
  1. zou voorbestemmen
  2. zou voorbestemmen
  3. zou voorbestemmen
  4. zouden voorbestemmen
  5. zouden voorbestemmen
  6. zouden voorbestemmen
diversen
  1. bestem voor!
  2. bestemt voor!
  3. voorbestemd
  4. voorbestemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze