Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. walsen:
  2. wals:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor walsen in het Nederlands

walsen:

walsen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de walsen
    de walsen; de stoomwalsen
    • walsen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • stoomwalsen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

walsen werkwoord (wals, walst, walste, walsten, gewalst)

  1. walsen
    de wals dansen; walsen

Conjugations for walsen:

o.t.t.
  1. wals
  2. walst
  3. walst
  4. walsen
  5. walsen
  6. walsen
o.v.t.
  1. walste
  2. walste
  3. walste
  4. walsten
  5. walsten
  6. walsten
v.t.t.
  1. heb gewalst
  2. hebt gewalst
  3. heeft gewalst
  4. hebben gewalst
  5. hebben gewalst
  6. hebben gewalst
v.v.t.
  1. had gewalst
  2. had gewalst
  3. had gewalst
  4. hadden gewalst
  5. hadden gewalst
  6. hadden gewalst
o.t.t.t.
  1. zal walsen
  2. zult walsen
  3. zal walsen
  4. zullen walsen
  5. zullen walsen
  6. zullen walsen
o.v.t.t.
  1. zou walsen
  2. zou walsen
  3. zou walsen
  4. zouden walsen
  5. zouden walsen
  6. zouden walsen
diversen
  1. wals!
  2. walst!
  3. gewalst
  4. walsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "walsen":


walsen vorm van wals:

wals [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wals
    de wals; de stoomwals
    • wals [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stoomwals [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "wals":