Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zekere in het Nederlands

zeker:

zeker bijvoeglijk naamwoord

  1. zeker
    zeker; beslist; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid
  2. zeker
    echt; zeker; waarlijk; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid; heus
  3. zeker
    zeker; waarlijk; jazeker
  4. zeker
    onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; volstrekt; vast en zeker; ten enenmale
  5. zeker
    vast en zeker; zeker; waarachtig; stellig; waarlijk; vast; feitelijk; beslist; reëel; heus; welzeker; voorzeker; gewis; geheid
  6. zeker
    vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk
  7. zeker
    ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; heus; gewis; geheid; waarlijk
  8. zeker
    beslist; zeker; absoluut; stellig; ronduit
  9. zeker
    – het is duidelijk om wie of wat het gaat 1
    zeker; bepaald
    – het is duidelijk om wie of wat het gaat 1
    • zeker bijvoeglijk naamwoord
      • een zekere Barend heeft gebeld1
    • bepaald bijvoeglijk naamwoord
      • bepaalde vruchten kun je lang bewaren1
  10. zeker
    – waar je niet aan twijfelt 1
    zeker; vast
    – waar je niet aan twijfelt 1
    • zeker bijvoeglijk naamwoord
      • hij heeft het zeker gedaan1
    • vast bijvoeglijk naamwoord
      • hij komt vast wel1

Verwante woorden van "zeker":


Alternatieve synoniemen voor "zeker":


Antoniemen van "zeker":


Verwante definities voor "zeker":

  1. het is duidelijk om wie of wat het gaat1
    • een zekere Barend heeft gebeld1
  2. waar je niet aan twijfelt1
    • hij heeft het zeker gedaan1

Verwante synoniemen voor zekere