Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. zoemer:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor zoemer in het Nederlands

zoemer:

zoemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoemer
    de zoemer; de zoemers
    • zoemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zoemers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "zoemer":