Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. aan de zwier gaan:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor aan de zwier gaan in het Nederlands

aan de zwier gaan:

aan de zwier gaan werkwoord (ga aan de zwier, gaat aan de zwier, ging aan de zwier, gingen aam de zwier, aan de zwier gegaan)

  1. aan de zwier gaan
    boemelen; aan de zwier gaan
    • boemelen werkwoord (boemel, boemelt, boemelde, boemelden, geboemeld)
    • aan de zwier gaan werkwoord (ga aan de zwier, gaat aan de zwier, ging aan de zwier, gingen aam de zwier, aan de zwier gegaan)

Conjugations for aan de zwier gaan:

o.t.t.
  1. ga aan de zwier
  2. gaat aan de zwier
  3. gaat aan de zwier
  4. gaan aan de zwier
  5. gaan aan de zwier
  6. gaan aan de zwier
o.v.t.
  1. ging aan de zwier
  2. ging aan de zwier
  3. ging aan de zwier
  4. gingen aan de zwier
  5. gingen aam de zwier
  6. gingen aan de zwier
v.t.t.
  1. ben aan de zwier gegaan
  2. bent aan de zwier gegaan
  3. is aan de zwier gegaan
  4. zijn aan de zwier gegaan
  5. zijn aan de zwier gegaan
  6. zijn aan de zwier gegaan
v.v.t.
  1. was aan de zwier gegaan
  2. was aan de zwier gegaan
  3. was aan de zwier gegaan
  4. waren aan de zwier gegaan
  5. waren aan de zwier gegaan
  6. waren aan de zwier gegaan
o.t.t.t.
  1. zal aan de zwier gaan
  2. zult aan de zwier gaan
  3. zal aan de zwier gaan
  4. zullen aan de zwier gaan
  5. zullen aan de zwier gaan
  6. zullen aan de zwier gaan
o.v.t.t.
  1. zou aan de zwier gaan
  2. zou aan de zwier gaan
  3. zou aan de zwier gaan
  4. zouden aan de zwier gaan
  5. zouden aan de zwier gaan
  6. zouden aan de zwier gaan
diversen
  1. ga aan de zwier!
  2. gaat aan de zwier!
  3. aan de zwier gegaan
  4. aan de zwier gaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor aan de zwier gaan