Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. aanstoot geven:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor aanstoot geven in het Nederlands

aanstoot geven:

aanstoot geven werkwoord (geef aanstoot, geeft aanstoot, gaf aanstoot, gaven aanstoot, aanstoot gegeven)

  1. aanstoot geven
    shockeren; aanstoot geven; choqueren
    • shockeren werkwoord (schokeer, schokeert, schokeerde, schokeerden, geshockeerd)
    • aanstoot geven werkwoord (geef aanstoot, geeft aanstoot, gaf aanstoot, gaven aanstoot, aanstoot gegeven)
    • choqueren werkwoord (choqueer, choqueert, choqueerde, choqueerden, gechoqueerd)
  2. aanstoot geven
    shockeren; choqueren; schokken; aanstoot geven
    • shockeren werkwoord (schokeer, schokeert, schokeerde, schokeerden, geshockeerd)
    • choqueren werkwoord (choqueer, choqueert, choqueerde, choqueerden, gechoqueerd)
    • schokken werkwoord (schok, schokt, schokte, schokten, geschokt)
    • aanstoot geven werkwoord (geef aanstoot, geeft aanstoot, gaf aanstoot, gaven aanstoot, aanstoot gegeven)

Conjugations for aanstoot geven:

o.t.t.
  1. geef aanstoot
  2. geeft aanstoot
  3. geeft aanstoot
  4. geven aanstoot
  5. geven aanstoot
  6. geven aanstoot
o.v.t.
  1. gaf aanstoot
  2. gaf aanstoot
  3. gaf aanstoot
  4. gaven aanstoot
  5. gaven aanstoot
  6. gaven aanstoot
v.t.t.
  1. heb aanstoot gegeven
  2. hebt aanstoot gegeven
  3. heeft aanstoot gegeven
  4. hebben aanstoot gegeven
  5. hebben aanstoot gegeven
  6. hebben aanstoot gegeven
v.v.t.
  1. had aanstoot gegeven
  2. had aanstoot gegeven
  3. had aanstoot gegeven
  4. hadden aanstoot gegeven
  5. hadden aanstoot gegeven
  6. hadden aanstoot gegeven
o.t.t.t.
  1. zal aanstoot geven
  2. zult aanstoot geven
  3. zal aanstoot geven
  4. zullen aanstoot geven
  5. zullen aanstoot geven
  6. zullen aanstoot geven
o.v.t.t.
  1. zou aanstoot geven
  2. zou aanstoot geven
  3. zou aanstoot geven
  4. zouden aanstoot geven
  5. zouden aanstoot geven
  6. zouden aanstoot geven
diversen
  1. geef aanstoot!
  2. geeft aanstoot!
  3. aanstoot gegeven
  4. aanstoot gevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor aanstoot geven