Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor aardigheidje in het Nederlands

aardigheidje:

aardigheidje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het aardigheidje
    het aardigheidje; het presentje

Verwante woorden van "aardigheidje":


aardigheid:

aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aardigheid
    het cadeau; de geschenk; kado; de aardigheid; het presentje; het present
    • cadeau [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geschenk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kado [znw.] zelfstandig naamwoord
    • aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • presentje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • present [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de aardigheid
    het genoegen; het plezier; de aardigheid
  3. de aardigheid
    de vriendelijkheid; de aardigheid
  4. de aardigheid
    het cadeautje; de aardigheid
  5. de aardigheid
    het grapje; het geintje; de scherts; het lolletje; de gekheid; de gein; de aardigheid; het pretje
    • grapje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geintje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scherts [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lolletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • pretje [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. de aardigheid
    de gein; de grap; uiting van vrolijkheid; de aardigheid

Verwante woorden van "aardigheid":