Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ambitie in het Nederlands

ambitie:

ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ambitie
    de ambitie; de eerzucht
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • eerzucht [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de ambitie
    de ambitie; het streven; de aspiratie
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aspiratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. de ambitie
    het streven; pogen; beogen; de ambitie; de aspiratie; het azen; aansturen op; het doel; de intentie; trachten; streven naar
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pogen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • beogen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aspiratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • azen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aansturen op [znw.] zelfstandig naamwoord
    • doel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • intentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • trachten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • streven naar [znw.] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "ambitie":

  • ambities