Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor boers in het Nederlands

boers:

boers bijvoeglijk naamwoord

  1. boers
    onbeleefd; onbehoorlijk; onbeschoft; ongemanierd; onbeschaafd; boers; onbehouwen; hufterig; lomp; onhoffelijk

Verwante woorden van "boers":


boers vorm van boer:

boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boer
    de boer; de agrariër
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • agrariër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de boer
    de boer; de landbouwer
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • landbouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de boer
    de boer; de oprisping
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • oprisping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. de boer
    de boer; onbeschofte man
  5. de boer
    – iemand zonder manieren 1
    de boer
    – iemand zonder manieren 1
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gedraagt zich weer als een boer1
    de barbaar
    • barbaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. de boer
    – iemand zonder manieren 1
    de boer
    – iemand zonder manieren 1
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gedraagt zich weer als een boer1
  7. de boer
    – iemand die van beroep op het land werkt of vee fokt 1
    de boer
    – iemand die van beroep op het land werkt of vee fokt 1
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • deze boer heeft 20 koeien1
  8. de boer
    – geluid van lucht die uit je maag ontsnapt 1
    de boer
    – geluid van lucht die uit je maag ontsnapt 1
    • boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • in China mag je na het eten een boer laten1

Verwante woorden van "boer":


Alternatieve synoniemen voor "boer":


Verwante definities voor "boer":

  1. iemand die van beroep op het land werkt of vee fokt1
    • deze boer heeft 20 koeien1
  2. iemand zonder manieren1
    • hij gedraagt zich weer als een boer1
  3. geluid van lucht die uit je maag ontsnapt1
    • in China mag je na het eten een boer laten1