Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor cafés in het Nederlands

cafés:

cafés [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de cafés
    de koffiehuizen; de cafés
  2. de cafés
    de bars; de kroegen; de cafés; de proeflokalen; de dranklokalen
    • bars [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kroegen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • cafés [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • proeflokalen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • dranklokalen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "cafés":


café:

café [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het café
    het café; de kroeg; de taveerne; de lokaliteit; de tapperij; de bar
    • café [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kroeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • taveerne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lokaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bar [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. het café
    het café; de kroeg; de taveerne; de tapperij
    • café [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kroeg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • taveerne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. het café
    het koffiehuis; het café
    • koffiehuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • café [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. het café
    – waar je heen gaat om iets te drinken 1
    de bar; het café; de kroeg
    – waar je heen gaat om iets te drinken 1
    • bar [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ik heb in die bar met hem afgesproken1
    • café [het ~] zelfstandig naamwoord
      • we nemen een borrel in het café1
    • kroeg [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ga je mee naar de kroeg voor een borrel?1

Verwante woorden van "café":


Alternatieve synoniemen voor "café":


Verwante definities voor "café":

  1. waar je heen gaat om iets te drinken1
    • we nemen een borrel in het café1