Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. deken:
  2. dek:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor deken in het Nederlands

deken:

deken [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de deken
    de deken; beddedeken; de dek
    • deken [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • beddedeken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dek [de ~] zelfstandig naamwoord

deken [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de deken
    – warme lap om onder te slapen 1
    de deken
    – warme lap om onder te slapen 1
    • deken [de ~] zelfstandig naamwoord
      • er lagen drie dekens op het bed1

Verwante woorden van "deken":


Verwante definities voor "deken":

  1. warme lap om onder te slapen1
    • er lagen drie dekens op het bed1

dek:

dek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de dek
    de deken; beddedeken; de dek
    • deken [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • beddedeken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • dek [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dek
    de dekking; de bedekking; de overdekking; de dek
    • dekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bedekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • overdekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dek [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "dek":


Verwante synoniemen voor deken