Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor figuren in het Nederlands

figuren:

figuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de figuren
    de figuren
    • figuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "figuren":


figuur:

figuur [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de figuur
    de figuur; de gedaante; de verschijning; het postuur
  2. de figuur
    de figuur; het postuur; de gedaante; het uiterlijk
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • postuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedaante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uiterlijk [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. de figuur
    de personage; de figuur
    • personage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. de figuur
    de vorm; de figuur; de gestalte; de gedaante; het postuur
    • vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gestalte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gedaante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • postuur [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. de figuur
    de figuur; het type; het individu
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • type [het ~] zelfstandig naamwoord
    • individu [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. de figuur
    de figuur; lichaamspostuur; de gestalte; het postuur
  7. de figuur
    de silhouet; lichaamslijn; de figuur
  8. de figuur
    – afbeelding van iets 1
    de figuur
    – afbeelding van iets 1
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de figuur die ze tekende was een konijn1
  9. de figuur
    – wiskundige afbeelding 1
    de figuur
    – wiskundige afbeelding 1
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de figuur van de cirkel is rond1
  10. de figuur
    – vorm van het lichaam 1
    de lijn; de figuur; de gestalte
    – vorm van het lichaam 1
    • lijn [de ~] zelfstandig naamwoord
      • nee, geen gebak, ik moet om mijn lijn denken1
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
      • hij heeft het figuur van een jonge kerel1
    • gestalte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • zijn lange gestalte maakte veel indruk1
  11. de figuur
    – persoon met bepaalde kenmerken 1
    het type; de vogel; de figuur
    – persoon met bepaalde kenmerken 1
    • type [het ~] zelfstandig naamwoord
      • een gezellig type is dat!1
    • vogel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • wat een rare vogel is die Jaap toch!1
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de figuur die in het boek optreedt1

Verwante woorden van "figuur":


Alternatieve synoniemen voor "figuur":


Verwante definities voor "figuur":

  1. afbeelding van iets1
    • de figuur die ze tekende was een konijn1
  2. wiskundige afbeelding1
    • de figuur van de cirkel is rond1
  3. vorm van het lichaam1
    • hij heeft het figuur van een jonge kerel1
  4. persoon met bepaalde kenmerken1
    • de figuur die in het boek optreedt1