Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gladheid in het Nederlands

gladheid:

gladheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gladheid
    de gladheid; de glibberigheid
  2. de gladheid
    de doortraptheid; de sluwheid; de gewiekstheid; de gladheid; de listigheid; de snoodheid
  3. de gladheid
    geraffineerdheid; de doortraptheid; de gladheid; de sluwheid; de geslepenheid; de leepheid; de gewiekstheid

Verwante woorden van "gladheid":


gladheid vorm van glad:

glad bijvoeglijk naamwoord

  1. glad
    vlak; effen; gelijk; egaal; glad; geslepen; strak; plat; vlakuit
    • vlak bijvoeglijk naamwoord
    • effen bijvoeglijk naamwoord
    • gelijk bijvoeglijk naamwoord
    • egaal bijvoeglijk naamwoord
    • glad bijvoeglijk naamwoord
    • geslepen bijvoeglijk naamwoord
    • strak bijvoeglijk naamwoord
    • plat bijvoeglijk naamwoord
    • vlakuit bijwoord
  2. glad
    glad; glibberig
  3. glad
    – met een oppervlak zonder bobbels 1
    vlak; glad
    – met een oppervlak zonder bobbels 1
    • vlak bijvoeglijk naamwoord
      • Nederland is een vlak land1
    • glad bijvoeglijk naamwoord
      • het ijs is erg glad, ik gleed bijna uit1
  4. glad
    – handig en slim 1
    glad
    – handig en slim 1
    • glad bijvoeglijk naamwoord
      • dat is een gladde jongen1
  5. glad
    – helemaal 1
    glad
    – helemaal 1
    • glad bijvoeglijk naamwoord
      • ik ben het glad vergeten1

Verwante woorden van "glad":


Alternatieve synoniemen voor "glad":


Antoniemen van "glad":


Verwante definities voor "glad":

  1. met een oppervlak zonder bobbels1
    • het ijs is erg glad, ik gleed bijna uit1
  2. handig en slim1
    • dat is een gladde jongen1
  3. helemaal1
    • ik ben het glad vergeten1