Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. handhaven:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor handhaven in het Nederlands

handhaven:

handhaven werkwoord (handhaaf, handhaaft, handhaafde, handhaafden, gehandhaafd)

  1. handhaven
    handhaven; stand houden
  2. handhaven
    – ervoor zorgen dat het blijft bestaan 1
    handhaven
    – ervoor zorgen dat het blijft bestaan 1
    • handhaven werkwoord (handhaaf, handhaaft, handhaafde, handhaafden, gehandhaafd)
      • de politie handhaaft de orde in deze stad1
  3. handhaven
    – ervoor zorgen dat je niet weg hoeft 1
    handhaven
    – ervoor zorgen dat je niet weg hoeft 1
    • handhaven werkwoord (handhaaf, handhaaft, handhaafde, handhaafden, gehandhaafd)
      • hij kon zich goed handhaven in die groep1

Conjugations for handhaven:

o.t.t.
  1. handhaaf
  2. handhaaft
  3. handhaaft
  4. handhaven
  5. handhaven
  6. handhaven
o.v.t.
  1. handhaafde
  2. handhaafde
  3. handhaafde
  4. handhaafden
  5. handhaafden
  6. handhaafden
v.t.t.
  1. heb gehandhaafd
  2. hebt gehandhaafd
  3. heeft gehandhaafd
  4. hebben gehandhaafd
  5. hebben gehandhaafd
  6. hebben gehandhaafd
v.v.t.
  1. had gehandhaafd
  2. had gehandhaafd
  3. had gehandhaafd
  4. hadden gehandhaafd
  5. hadden gehandhaafd
  6. hadden gehandhaafd
o.t.t.t.
  1. zal handhaven
  2. zult handhaven
  3. zal handhaven
  4. zullen handhaven
  5. zullen handhaven
  6. zullen handhaven
o.v.t.t.
  1. zou handhaven
  2. zou handhaven
  3. zou handhaven
  4. zouden handhaven
  5. zouden handhaven
  6. zouden handhaven
en verder
  1. is gehandhaafd
  2. zijn gehandhaafd
diversen
  1. handhaaf!
  2. handhaaft!
  3. gehandhaafd
  4. handhavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Antoniemen van "handhaven":


Verwante definities voor "handhaven":

  1. ervoor zorgen dat het blijft bestaan1
    • de politie handhaaft de orde in deze stad1
  2. ervoor zorgen dat je niet weg hoeft1
    • hij kon zich goed handhaven in die groep1