Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hart:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hart in het Nederlands

hart:

hart [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hart
    het hart; bloedpomp
    • hart [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bloedpomp [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. het hart
    – centrum, binnenste 1
    het hart
    – centrum, binnenste 1
    • hart [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij woont in het hart van de stad1
  3. het hart
    – orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt 1
    het hart
    – orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt 1
    • hart [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de dokter zei dat haar hart regelmatig klopte1

Verwante woorden van "hart":


Verwante definities voor "hart":

  1. centrum, binnenste1
    • hij woont in het hart van de stad1
  2. orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt1
    • de dokter zei dat haar hart regelmatig klopte1

Verwante synoniemen voor hart