Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kast:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kast in het Nederlands

kast:

kast [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kast
    de kast; het kabinetje; het kastje
    • kast [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kabinetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kastje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kast
    – opbergplaats met laden en planken 1
    de kast
    – opbergplaats met laden en planken 1
    • kast [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in deze kast hangen mijn kleren1

Verwante definities voor "kast":

  1. opbergplaats met laden en planken1
    • in deze kast hangen mijn kleren1