Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kruising in het Nederlands

kruising:

kruising [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kruising
    de kruising
    • kruising [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de kruising
    de kruising; de splitsing; het kruispunt; de wegsplitsing; de wegkruising; kruising van straten
  3. de kruising
    het kruispunt; de kruising; punt waar lijnen elkaar kruisen
  4. de kruising
    – dier of plant met ouders van verschillend ras 1
    de kruising
    – dier of plant met ouders van verschillend ras 1
    • kruising [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • dit is een kruising tussen een tulp en een anemoon1
  5. de kruising
    – plaats waar wegen of lijnen elkaar snijden 1
    de kruising
    – plaats waar wegen of lijnen elkaar snijden 1
    • kruising [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • hier kruist de weg de spoorbaan1

Verwante woorden van "kruising":

  • kruisingen

Verwante definities voor "kruising":

  1. dier of plant met ouders van verschillend ras1
    • dit is een kruising tussen een tulp en een anemoon1
  2. plaats waar wegen of lijnen elkaar snijden1
    • hier kruist de weg de spoorbaan1

Verwante synoniemen voor kruising