Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor laken in het Nederlands
laken:
-
het laken
-
het laken
-
het laken
-
het laken
– rechthoekige lap voor op bed 1
-
laken
beschuldigen; verwijten; aanrekenen; voorhouden; blameren; voor de voeten gooien; berispen; aanwrijven; laken; nadragen; gispen-
voor de voeten gooien werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
laken
beschuldigen; iemand iets verwijten; blameren; kwalijk nemen; nadragen; voor de voeten gooien; iemand iets aanrekenen; laken; aanwrijven-
iemand iets verwijten werkwoord
-
kwalijk nemen werkwoord
-
voor de voeten gooien werkwoord
-
iemand iets aanrekenen werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
Conjugations for laken:
o.t.t.
- laak
- laakt
- laakt
- laken
- laken
- laken
o.v.t.
- laakte
- laakte
- laakte
- laakten
- laakten
- laakten
v.t.t.
- heb gelaakt
- hebt gelaakt
- heeft gelaakt
- hebben gelaakt
- hebben gelaakt
- hebben gelaakt
v.v.t.
- had gelaakt
- had gelaakt
- had gelaakt
- hadden gelaakt
- hadden gelaakt
- hadden gelaakt
o.t.t.t.
- zal laken
- zult laken
- zal laken
- zullen laken
- zullen laken
- zullen laken
o.v.t.t.
- zou laken
- zou laken
- zou laken
- zouden laken
- zouden laken
- zouden laken
diversen
- laak!
- laakt!
- gelaakt
- lakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Verwante woorden van "laken":
Verwante definities voor "laken":
lak:
-
de lak
-
de lak
– soort verf die doorzichtig of gekleurd is 1