Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. leiband:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor leiband in het Nederlands

leiband:

leiband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de leiband
    de leiband; de halsband
    • leiband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • halsband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de leiband
    – precies doen wat iemand anders zegt 1
    de leiband
    – precies doen wat iemand anders zegt 1
    • leiband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • aan de leiband lopen1

Verwante woorden van "leiband":

  • leibanden

Verwante definities voor "leiband":

  1. precies doen wat iemand anders zegt1
    • aan de leiband lopen1