Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor leiding in het Nederlands

leiding:

leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de leiding
    het bestuur; de leiding; de directie; het beheer
    • bestuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • directie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beheer [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de leiding
    het gedrag; de besturing; de houding; de leiding; de rijrichting; de plan
    • gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • besturing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • houding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rijrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • plan [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de leiding
    de kabel; de leiding; kabelleiding; de geleiding
    • kabel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kabelleiding [znw.] zelfstandig naamwoord
    • geleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. de leiding
    voorgaan; de leiding; het aanvoeren; de aanvoering
  5. de leiding
    – wie zegt wat er moet gebeuren 1
    het bestuur; de leiding
    – wie zegt wat er moet gebeuren 1
    • bestuur [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het bestuur van de school nam een beslissing1
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de leiding van deze ploeg heeft een fout gemaakt1
  6. de leiding
    – draad of buis waardoor iets een bepaalde richting uit gaat 1
    de leiding
    – draad of buis waardoor iets een bepaalde richting uit gaat 1
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de waterleiding is bevroren1
  7. de leiding
    – het zeggen wat er moet gebeuren 1
    de leiding
    – het zeggen wat er moet gebeuren 1
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • hij geeft leiding aan deze ploeg1

Verwante woorden van "leiding":


Alternatieve synoniemen voor "leiding":


Verwante definities voor "leiding":

  1. wie zegt wat er moet gebeuren1
    • de leiding van deze ploeg heeft een fout gemaakt1
  2. draad of buis waardoor iets een bepaalde richting uit gaat1
    • de waterleiding is bevroren1
  3. het zeggen wat er moet gebeuren1
    • hij geeft leiding aan deze ploeg1

Verwante synoniemen voor leiding