Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor leuteraar in het Nederlands

leuteraar:

leuteraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de leuteraar
    de klep; de kletskous; de kletskop; de babbelaar; de zwammer; zwetser; de kwebbel; de kletsmajoor; de leuteraar
    • klep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kletskous [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kletskop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • babbelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwammer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwetser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kwebbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kletsmajoor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leuteraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "leuteraar":

  • leuteraars