Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. liegen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor liegen in het Nederlands

liegen:

liegen werkwoord (lieg, liegt, loog, logen, gelogen)

  1. liegen
    liegen; jokken
    • liegen werkwoord (lieg, liegt, loog, logen, gelogen)
    • jokken werkwoord (jok, jokt, jokte, jokten, gejokt)
  2. liegen
    – niet de waarheid zeggen 1
    liegen
    – niet de waarheid zeggen 1
    • liegen werkwoord (lieg, liegt, loog, logen, gelogen)
      • het is niet waar, je liegt1

Conjugations for liegen:

o.t.t.
  1. lieg
  2. liegt
  3. liegt
  4. liegen
  5. liegen
  6. liegen
o.v.t.
  1. loog
  2. loog
  3. loog
  4. logen
  5. logen
  6. logen
v.t.t.
  1. heb gelogen
  2. hebt gelogen
  3. heeft gelogen
  4. hebben gelogen
  5. hebben gelogen
  6. hebben gelogen
v.v.t.
  1. had gelogen
  2. had gelogen
  3. had gelogen
  4. hadden gelogen
  5. hadden gelogen
  6. hadden gelogen
o.t.t.t.
  1. zal liegen
  2. zult liegen
  3. zal liegen
  4. zullen liegen
  5. zullen liegen
  6. zullen liegen
o.v.t.t.
  1. zou liegen
  2. zou liegen
  3. zou liegen
  4. zouden liegen
  5. zouden liegen
  6. zouden liegen
diversen
  1. lieg!
  2. liegt!
  3. gelogen
  4. liegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante definities voor "liegen":

  1. niet de waarheid zeggen1
    • het is niet waar, je liegt1