Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal links

Synoniemen voor "links" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

links:
- links; linker; linksaf; linksom
- links; linkervleugel
- klungelig; links
link:
- link; verband; relatie; samenhang; schakel; connectie; onderling verband; verbinding; liaison; aansluiting; band; hyperlink
- sluw; geraffineerd; geslepen; listig; arglistig; doortrapt; slinks; link; leep

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor links in het Nederlands

links:

links bijvoeglijk naamwoord

links
links; linker
- links bijvoeglijk naamwoord
- linker bijvoeglijk naamwoord
links
links; linksaf; linksom
- links bijvoeglijk naamwoord
- linksaf bijwoord
- linksom bijwoord
links

– wat aan de kant zit waar ook je hart zit ¹
links
– wat aan de kant zit waar ook je hart zit ¹
- links bijvoeglijk naamwoord
  - links van mij stond Evelien¹
links

– wie het handigst met zijn linkerhand is ¹
links
– wie het handigst met zijn linkerhand is ¹
- links bijvoeglijk naamwoord
  - mijn zusje schrijft links¹
links

– politiek die niet bang is voor veranderingen ¹
links
– politiek die niet bang is voor veranderingen ¹
- links bijvoeglijk naamwoord
  - de socialistische partij is een linkse partij¹

links [znw.] zelfstandig naamwoord

links
links; de linkervleugel
- links [znw.] zelfstandig naamwoord
- linkervleugel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

links

links
klungelig; links
- klungelig
- links

Verwante woorden van "links":

linksheid, linkser, linksere, linkse, link

Alternatieve synoniemen voor "links":

progressief

Antoniemen van "links":

conservatief; rechts

Verwante definities voor "links":

wat aan de kant zit waar ook je hart zit¹
- links van mij stond Evelien¹
wie het handigst met zijn linkerhand is¹
- mijn zusje schrijft links¹
politiek die niet bang is voor veranderingen¹
- de socialistische partij is een linkse partij¹

links vorm van link:

link [de ~] zelfstandig naamwoord

de link
de link; het verband; de relatie; de samenhang; de schakel; de connectie; onderling verband
- link [de ~] zelfstandig naamwoord
- verband [het ~] zelfstandig naamwoord
- relatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- samenhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schakel [de ~] zelfstandig naamwoord
- connectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderling verband [znw.] zelfstandig naamwoord
de link
de verbinding; de relatie; de link; het verband; de samenhang; de liaison; de connectie; de aansluiting; de band
- verbinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- relatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- link [de ~] zelfstandig naamwoord
- verband [het ~] zelfstandig naamwoord
- samenhang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- liaison [de ~] zelfstandig naamwoord
- connectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aansluiting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de link
de link; de hyperlink
- link [de ~] zelfstandig naamwoord
- hyperlink [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de link
de link
- link [de ~] zelfstandig naamwoord

link bijvoeglijk naamwoord

link
sluw; geraffineerd; geslepen; listig; arglistig; doortrapt; slinks; link; leep
- sluw bijvoeglijk naamwoord
- geraffineerd bijvoeglijk naamwoord
- geslepen bijvoeglijk naamwoord
- listig bijvoeglijk naamwoord
- arglistig bijvoeglijk naamwoord
- doortrapt bijvoeglijk naamwoord
- slinks bijvoeglijk naamwoord
- link bijvoeglijk naamwoord
- leep bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "link":

linken, links, linker, linkere, linkst, linkste, linke

Verwante synoniemen voor links

¹Muiswerk Woordenboek