Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. maandag:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor maandag in het Nederlands

maandag:

maandag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de maandag
    de maandag
    • maandag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

maandag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de maandag
    – de eerste dag van de week 1
    de maandag
    – de eerste dag van de week 1
    • maandag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • op maandag doe ik altijd de was1

Verwante woorden van "maandag":

  • maandagen, maandags

Verwante definities voor "maandag":

  1. de eerste dag van de week1
    • op maandag doe ik altijd de was1