Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor mispunt in het Nederlands

mispunt:

mispunt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het mispunt
    de smeerlap; de schoft; het mispunt; de naarling; de smiecht; de fielt; de stinkerd; de rotzak
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mispunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • naarling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smiecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fielt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stinkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rotzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. het mispunt
    de schurk; de smeerlap; het kreng; de klier; stuk ongeluk; de schoft; de ellendeling; het mispunt
    • schurk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kreng [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stuk ongeluk [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ellendeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mispunt [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "mispunt":

  • mispunten