Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. omzet:
  2. omzetten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor omzet in het Nederlands

omzet:

omzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de omzet
    de omzet; de verkoop; de afzet
    • omzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • verkoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de omzet
    de omzet
    • omzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "omzet":


omzet vorm van omzetten:

omzetten werkwoord (zet om, zette om, zetten om, omgezet)

  1. omzetten
    omzetten; converteren; verwisselen
    • omzetten werkwoord (zet om, zette om, zetten om, omgezet)
    • converteren werkwoord (converteer, converteert, converteerde, converteerden, geconverteerd)
    • verwisselen werkwoord (verwissel, verwisselt, verwisselde, verwisselden, verwisseld)
  2. omzetten
    veranderen; omzetten; herscheppen
    • veranderen werkwoord (verander, verandert, veranderde, veranderden, veranderd)
    • omzetten werkwoord (zet om, zette om, zetten om, omgezet)
    • herscheppen werkwoord (herschep, herschept, herschiep, herschiepen, herschapen)
  3. omzetten
    omzetten
    • omzetten werkwoord (zet om, zette om, zetten om, omgezet)

Conjugations for omzetten:

o.t.t.
  1. zet om
  2. zet om
  3. zet om
  4. zetten om
  5. zetten om
  6. zetten om
o.v.t.
  1. zette om
  2. zette om
  3. zette om
  4. zetten om
  5. zetten om
  6. zetten om
v.t.t.
  1. heb omgezet
  2. hebt omgezet
  3. heeft omgezet
  4. hebben omgezet
  5. hebben omgezet
  6. hebben omgezet
v.v.t.
  1. had omgezet
  2. had omgezet
  3. had omgezet
  4. hadden omgezet
  5. hadden omgezet
  6. hadden omgezet
o.t.t.t.
  1. zal omzetten
  2. zult omzetten
  3. zal omzetten
  4. zullen omzetten
  5. zullen omzetten
  6. zullen omzetten
o.v.t.t.
  1. zou omzetten
  2. zou omzetten
  3. zou omzetten
  4. zouden omzetten
  5. zouden omzetten
  6. zouden omzetten
diversen
  1. zet om!
  2. zet om!
  3. omgezet
  4. omzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "omzetten":


Verwante synoniemen voor omzet