Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onbevlektheid in het Nederlands

onbevlektheid:

onbevlektheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. onbevlektheid
    de kuisheid; de reinheid; onschuldigheid; de zedigheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid

Verwante woorden van "onbevlektheid":


onbevlekt:

onbevlekt bijvoeglijk naamwoord

  1. onbevlekt
    onschuldig; onbevlekt; vlekkeloos; rein
  2. onbevlekt
    puur; zuiver; maagdelijk; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis

Verwante woorden van "onbevlekt":