Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ongebonden in het Nederlands

ongebonden:

ongebonden bijvoeglijk naamwoord

  1. ongebonden
    vrijgezel; alleenstaand; ongebonden
  2. ongebonden
    vrij; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos

Verwante woorden van "ongebonden":