Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor opgave in het Nederlands

opgave:

opgave [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de opgave
    het vraagstuk; de opgave; de opgaaf; de kwestie; de zwaarte; het probleem
    • vraagstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opgave [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opgaaf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zwaarte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • probleem [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de opgave
    de opgave; zich neerleggen bij
  3. de opgave
    de mededeling; de boodschap; het bericht; de vermelding; de uitspraak; de opgave; gewag; de melding; de verwittiging; de tijding; de bekendmaking; het relaas
  4. de opgave
    de aanmelding; de inschrijving; de opgave
  5. de opgave
    de opgave; leeroefening
  6. de opgave
    lijst van gegevens; de staat; het overzicht; de opgave; het staatje; de opgaaf
    de lijst
    – opsomming of rij van woorden, getallen, namen, enzovoort 1
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ik heb hier een lijst met dertig namen1

Verwante woorden van "opgave":

  • opgaves

Verwante synoniemen voor opgave