Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overschrijven in het Nederlands

overschrijven:

overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)

  1. overschrijven
    geld overmaken; overschrijven; overboeken; overzenden
    • geld overmaken werkwoord
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
    • overboeken werkwoord (overboek, overboekt, overboekte, overboekten, overboekt)
    • overzenden werkwoord (zend over, zendt over, zond over, zonden over, overgezonden)
  2. overschrijven
    kopiëren; overschrijven
    • kopiëren werkwoord (kopiëer, kopiëert, kopiëerde, kopiëerden, gekopiëerd)
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
  3. overschrijven
    overschrijven
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
  4. overschrijven
    – overmaken naar een andere rekening 1
    overschrijven
    – overmaken naar een andere rekening 1
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
      • de giro heeft het bedrag overgeschreven1
  5. overschrijven
    – het precies zo opschrijven als ergens anders 1
    overschrijven
    – het precies zo opschrijven als ergens anders 1
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
      • hij schrijft dit gedicht over1

Conjugations for overschrijven:

o.t.t.
  1. overschrijf
  2. overschrijft
  3. overschrijft
  4. overschrijven
  5. overschrijven
  6. overschrijven
o.v.t.
  1. overschreef
  2. overschreef
  3. overschreef
  4. overschreven
  5. overschreven
  6. overschreven
v.t.t.
  1. heb overschreven
  2. hebt overschreven
  3. heeft overschreven
  4. hebben overschreven
  5. hebben overschreven
  6. hebben overschreven
v.v.t.
  1. had overschreven
  2. had overschreven
  3. had overschreven
  4. hadden overschreven
  5. hadden overschreven
  6. hadden overschreven
o.t.t.t.
  1. zal overschrijven
  2. zult overschrijven
  3. zal overschrijven
  4. zullen overschrijven
  5. zullen overschrijven
  6. zullen overschrijven
o.v.t.t.
  1. zou overschrijven
  2. zou overschrijven
  3. zou overschrijven
  4. zouden overschrijven
  5. zouden overschrijven
  6. zouden overschrijven
en verder
  1. ben overschreven
  2. bent overschreven
  3. is overschreven
  4. zijn overschreven
  5. zijn overschreven
  6. zijn overschreven
diversen
  1. overschrijf!
  2. overschrijft!
  3. overschreven
  4. overschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overschrijven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. overschrijven
    overschrijven; overkalken; spieken; afkijken

Alternatieve synoniemen voor "overschrijven":


Verwante definities voor "overschrijven":

  1. overmaken naar een andere rekening1
    • de giro heeft het bedrag overgeschreven1
  2. het precies zo opschrijven als ergens anders1
    • hij schrijft dit gedicht over1