Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. personeel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor personeel in het Nederlands

personeel:

personeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het personeel
    het personeel; de staf
    • personeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. het personeel
    het personeel
  3. het personeel
    – groep mensen die ergens in dienst is 1
    het personeel
    – groep mensen die ergens in dienst is 1
    • personeel [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het personeel van de fabriek vergadert in de kantine1

Verwante definities voor "personeel":

  1. groep mensen die ergens in dienst is1
    • het personeel van de fabriek vergadert in de kantine1

Verwante synoniemen voor personeel