Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. rad:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor rad in het Nederlands

rad:

rad [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het rad
    het wiel; het rad; het wagenwiel
    • wiel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wagenwiel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het rad
    molenrad; het rad; het scheprad; het waterrad
    • molenrad [znw.] zelfstandig naamwoord
    • rad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scheprad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • waterrad [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het rad
    – wiel dat om een as draait 1
    het rad
    – wiel dat om een as draait 1
    • rad [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij draaide het rad nog eens rond1
  4. het rad
    – wiel met tanden, onderdeel van machine 1
    het rad
    – wiel met tanden, onderdeel van machine 1
    • rad [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de raderen van het uurwerk zijn versleten1

Verwante woorden van "rad":

  • radje

Verwante definities voor "rad":

  1. wiel dat om een as draait1
    • hij draaide het rad nog eens rond1
  2. wiel met tanden, onderdeel van machine1
    • de raderen van het uurwerk zijn versleten1