Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. richting:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor richting in het Nederlands

richting:

richting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de richting
    de richting; de koers
    • richting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • koers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de richting
    – de kant waar het heen gaat 1
    de richting; de koers
    – de kant waar het heen gaat 1
    • richting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • in welke richting is hij verdwenen?1
    • koers [de ~] zelfstandig naamwoord
      • wat is de koers van dit schip?1
  3. de richting
    – geheel van ideeën en opvattingen 1
    de richting
    – geheel van ideeën en opvattingen 1
    • richting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • binnen deze kerk bestaan verschillende richtingen1

richting [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de richting
    de aansturing; de richting

Verwante woorden van "richting":

  • richtingen

Alternatieve synoniemen voor "richting":


Verwante definities voor "richting":

  1. de kant waar het heen gaat1
    • in welke richting is hij verdwenen?1
  2. geheel van ideeën en opvattingen1
    • binnen deze kerk bestaan verschillende richtingen1

Verwante synoniemen voor richting