Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. riem:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor riem in het Nederlands

riem:

riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de riem
    de riem; de gordel
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de riem
    de riem; de roeiriem
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • roeiriem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de riem
    de ceintuur; de gordel; de riem
    • ceintuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de riem
    de teugel; de lijn; de riem; de lei
    • teugel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lijn [de ~] zelfstandig naamwoord
    • riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lei [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "riem":

  • riemen, riempje, riempjes