Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor saamhorigheid in het Nederlands

saamhorigheid:

saamhorigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de saamhorigheid
    de saamhorigheid; de verbondenheid; de solidariteit; de eensgezindheid
  2. de saamhorigheid
    de eensgezindheid; de saamhorigheid; de eendrachtigheid

Verwante woorden van "saamhorigheid":


saamhorig:

saamhorig bijvoeglijk naamwoord

  1. saamhorig
    eensgezind; eendrachtig; harmonieus; saamhorig
  2. saamhorig
    solidair; saamhorig

Verwante woorden van "saamhorig":