Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. schoen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schoen in het Nederlands

schoen:

schoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schoen
    de schoen
    • schoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de schoen
    – wat je aan je voeten doet als je naar buiten gaat 1
    de schoen
    – wat je aan je voeten doet als je naar buiten gaat 1
    • schoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • zij draagt schoenen met hoge hakken1

Verwante woorden van "schoen":


Verwante definities voor "schoen":

  1. wat je aan je voeten doet als je naar buiten gaat1
    • zij draagt schoenen met hoge hakken1

Verwante synoniemen voor schoen