Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor stevig in het Nederlands

stevig:

stevig bijvoeglijk naamwoord

  1. stevig
    solide; stevig; sterk; robuust; ferm; stevig gebouwd; flink; fiks
  2. stevig
    stevig; fors; flink; potig
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
    • fors bijvoeglijk naamwoord
    • flink bijvoeglijk naamwoord
    • potig bijvoeglijk naamwoord
  3. stevig
    stevig; ferm; flink; fiks
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
    • ferm bijvoeglijk naamwoord
    • flink bijvoeglijk naamwoord
    • fiks bijvoeglijk naamwoord
  4. stevig
    sterk; krachtig; stevig; flink; fysiek sterk; ferm
  5. stevig
    solide; stevig; degelijk
  6. stevig
    stabiel; stevig
  7. stevig
    pittig gesprek; stevig; pittig; hartig
  8. stevig
    fors; stevig
    • fors bijvoeglijk naamwoord
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
  9. stevig
    – nogal groot 1
    stevig; flink; fors
    – nogal groot 1
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
      • het is een stevige vrouw1
    • flink bijvoeglijk naamwoord
      • dat is al een flinke jongen1
    • fors bijvoeglijk naamwoord
      • deze taart is fors uitgevallen1
  10. stevig
    – wat veel kan verdragen 1
    sterk; stevig
    – wat veel kan verdragen 1
    • sterk bijvoeglijk naamwoord
      • dat is een sterke pen1
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
      • Jan heeft stevige schoenen aan1
  11. stevig
    – krachtig en flink 1
    stevig
    – krachtig en flink 1
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
      • we moeten stevig doorlopen om op tijd te zijn1

Verwante woorden van "stevig":

  • stevigheid, steviger, stevigere, stevigst, stevigste, stevige

Alternatieve synoniemen voor "stevig":


Antoniemen van "stevig":


Verwante definities voor "stevig":

  1. nogal groot1
    • het is een stevige vrouw1
  2. wat veel kan verdragen1
    • Jan heeft stevige schoenen aan1
  3. krachtig en flink1
    • we moeten stevig doorlopen om op tijd te zijn1

Verwante synoniemen voor stevig