Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor talent in het Nederlands

talent:

talent [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het talent
    de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft
  2. het talent
    – aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets 1
    de aanleg; het talent
    – aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets 1
    • aanleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • Joop heeft aanleg voor wiskunde1
    • talent [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij heeft een talent voor tekenen1
  3. het talent
    – iemand die ergens aanleg voor heeft 1
    het talent
    – iemand die ergens aanleg voor heeft 1
    • talent [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij is een groot tennistalent1

Verwante woorden van "talent":

  • talenten

Alternatieve synoniemen voor "talent":


Antoniemen van "talent":


Verwante definities voor "talent":

  1. aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets1
    • hij heeft een talent voor tekenen1
  2. iemand die ergens aanleg voor heeft1
    • hij is een groot tennistalent1