Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor teruglopen in het Nederlands

teruglopen:

teruglopen werkwoord

  1. teruglopen
    inzakken; teruglopen; sterk afnemen; vallen

Verwante woorden van "teruglopen":


teruglopen vorm van terugloop:

terugloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de terugloop
    het atavisme; de terugloop
  2. de terugloop
    minder worden; de afname; de terugloop; de val; de daling
    • minder worden [znw.] zelfstandig naamwoord
    • afname [de ~] zelfstandig naamwoord
    • terugloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • val [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • daling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. de terugloop
    de vermindering; de afname; de teruggang; de terugloop; de daling

Verwante woorden van "terugloop":