Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal tuig

Synoniemen voor "tuig" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

tuig:
- gareel; tuig; toom; harnas; schorriemorrie; gespuis; geboefte; uitschot; gebroed; tuigage; want; al het touwwerk aan boord

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tuig in het Nederlands

tuig:

tuig [het ~] zelfstandig naamwoord

het tuig
het gareel; het tuig; de toom; het harnas
- gareel [het ~] zelfstandig naamwoord
- tuig [het ~] zelfstandig naamwoord
- toom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- harnas [het ~] zelfstandig naamwoord
het tuig
het schorriemorrie; het tuig; het gespuis; het geboefte; het uitschot; het gebroed
- schorriemorrie [het ~] zelfstandig naamwoord
- tuig [het ~] zelfstandig naamwoord
- gespuis [het ~] zelfstandig naamwoord
- geboefte [het ~] zelfstandig naamwoord
- uitschot [het ~] zelfstandig naamwoord
- gebroed [het ~] zelfstandig naamwoord
het tuig
de tuigage; de want; al het touwwerk aan boord; het tuig
- tuigage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- want [de ~] zelfstandig naamwoord
- al het touwwerk aan boord [znw.] zelfstandig naamwoord
- tuig [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "tuig":

tuigen, tuigje